Gescheurde spijkerbroeken en merkschoenen… Ofwel: de beste manier om je kind met geld om te leren gaan!

“Mama, mag ik die schoenen met glitters en lampjes en wieltjes?” Op dit moment zijn de kledingwensen van mijn dochter nog overzichtelijk, en het antwoord meestal ook: “Nee, natuurlijk niet!” Dat is het fijne van kleuters. Ze laten zich beïnvloeden door duidelijk herkenbare dingen en zijn daar, in ieder geval in het geval van mijn dochter, ook heerlijk voorspelbaar in. (Roze, glitter, jurk, klaar). Niet dat ze mijn even voorspelbare antwoord altijd direct accepteert, maar ik heb de pinpas en zij niet, dus meestal zijn we zo uitgepraat.
De mening van de groep…
Helaas (en gelukkig!) blijven die dingen niet zo. Er komt een zeker moment dat de regels van de groep belangrijker worden dan de regels van mama. En dat moment is, naar mijn bescheiden doch uitgesproken mening, een veel belangrijker moment om goed met geld te leren omgaan, dan op jongere leeftijd met zakgeld.
En zakgeld dan?
Ja ja, enkele weken geleden schreef ik hoe belangrijk zakgeld is. En dat is het natuurlijk ook. Jong geleerd is oud gedaan en zo. Het vervelende van zakgeld en de adviezen die je daarover meestal krijgt, is dat je zakgeld als leergeld moet beschouwen. Kinderen moeten hun eigen fouten hiermee maken. Dat is een leuk uitgangspunt, als je kind daadwerkelijk ooit zijn geld uitgeeft. En niet zoals mijn Dagobert Duckje, tot in de lengte van dagen er bovenop blijft zitten.
Ze hebben nooit echt iets nodig
Het punt is, eigenlijk hebben mijn kinderen nooit iets echt nodig om zelf te kopen. Want als ze dat wel nodig hebben, dan krijgen ze het wel van ons. Hoe duur ik mijn zoon’s voetbalhobby ook kan vinden, ik betaal het toch wel voor mijn kleine Messi (some day…).
En ook al worden de kinderschoenen met elke maat 20 euro duurder (ja, hij is nu echt toe aan een volgende groep, en dan zijn ze nu eenmaal duurder – horen jullie dat ook elk jaar?), hij moet ze toch hebben. Ik kan hem moeilijk het hele jaar op zijn slippertjes naar school sturen. Dus dat zakgeld, dat is echt voor dingen die hij wil hebben en niet nodig heeft. En dat is tot nu toe nog niet veel gebleken.
Anders dan in Amerika…
Amerikanen zijn daar vaak veel harder in, zo lees ik op allerhande Amerikaanse blogs: hun kinderen moeten de cadeautjes voor vriendjes van hun eigen zakgeld betalen. En vanaf een jaar of 10 ook hun eigen shampoo. (Dit zijn dezelfde moeders die hun kinderen vanaf 10 jaar zelf hun was laten doen, ook echt een brug te ver naar mijn idee).
Hoewel het Nibud dat op de website ook wel benoemt, hoor ik dat in de praktijk eigenlijk nooit. Zakgeld wordt meestal gebruikt om rotzooi van te kopen, danwel gespaard om duur speelgoed van te kopen. Prima naar mijn idee, het is natuurlijk ook gewoon leuk om als kind ook iets zelf te beslissen.
Lees ook Consuminderen met kinderen van Marieke Henselmans, over de financiële opvoeding van kinderen.
Het voordeel van kleedgeld
Kleedgeld daarentegen, daar zijn vaak hele duidelijke regels over. Als je dat niet gebruikt om kleren van te kopen, dan heb je geen kleren. Klaar. Duidelijk. En heel leerzaam.
Pas als ze ouder zijn
En, de kinderen krijgen over het algemeen pas kleedgeld als ze wat ouder zijn, en veel duidelijker een mening hebben over wat ze wel en niet nodig hebben (ok, misschien niet, maar ze zijn in ieder geval niet meer zo beïnvloedbaar door hun ouders). De kans op fouten is dus veel groter, net als de kans op vervelende consequenties.
De gevolgen van verkeerde beslissingen zijn vervelender
En dat is precies waarom ik kleedgeld veel belangrijker en leerzamer vind dan zakgeld. Als je kind op 14-jarige leeftijd besluit zijn of haar hele jaarbudget aan dure schoenen uit te geven, zijn de gevolgen veel vervelender (voor het kind) dan wanneer je 7-jarige besluit om toch maar lego te kopen van het geld dat hij eigenlijk opzij wilde zetten voor een hoverboard.
Consequent zijn
Bij zakgeld is het al belangrijk om je aan de afspraken te houden (op = op), maar bij kleedgeld is dat nog veel belangrijker. Alleen als je als ouder voet bij stuk houdt, leert je kind dat het menens is. Het is prima om een merkjas te kopen, maar dan heb je geen geld meer voor dat t-shirt dat je ook graag wilde hebben. Tenzij je daarvoor spaart, want dat kan natuurlijk ook.
Best lastig, weet ik uit ervaring
Ik kreeg zelf kleedgeld toen ik 12 was, omdat mijn moeder geen zin meer had om met mijn 1 jaar oudere zus te onderhandelen over haar kleren. Van mij hoefde het niet zo nodig, herinner ik me. Zeker niet omdat ik naar mijn idee altijd alles kreeg wat ik wilde hebben, en ik nu ineens niet meer alles kon kopen wat ik wilde hebben. (Dat had er ook wel een beetje mee te maken dat het geld elke maand brandde op mijn rekening. Zodra het er was, moest het weg, terwijl ik daarvoor natuurlijk niet elke maand met mijn moeder naar de stad ging.)
Help, dit kan mijn kind niet aan!
Veel ouders die ik over dit onderwerp gesproken heb (in het kader van mijn vrijwilligerswerk met betrekking tot schuldhulpverlening) waren ervan overtuigd dat hun kind deze verantwoordelijkheid niet aan kon. “Als ik ze elke maand zoveel geld geef, weet ik zeker dat ze het alleen maar aan make-up, sieraden, merkschoenen, snoep, gadgets (vul maar aan) uitgeven.” Of ze waren bang dat ze het aan te dure kleding uitgaven.
Zwaar voor ouders…
En soms gebeurde dat ook. En dan heb je het even heel zwaar als ouders, als je kind vervolgens eigenlijk geen geld meer heeft voor iets fatsoenlijks, terwijl ze dat naar jou idee wel nodig hebben.
Maar zo leerzaam!
Maar hoe leerzaam is dat! (Want geloof me maar, geen van die kinderen had ooit echt niets meer om aan te trekken. In dat soort gevallen is de Kringloop namelijk heel geduldig.) En het leuke van zo’n maandbudget is: na een maand kwam er weer een nieuw bedrag. En dan hadden ze weer een nieuwe kans om een (on)verantwoordelijk besluit te nemen.
Goede afspraken helpen
Het is in ieder geval ook belangrijk om hele goede afspraken hierover te maken. Als je kleedgeld krijgt, ben je zelf verantwoordelijk voor je kleding. Je mag je maandelijkse budget best een tijdje opsparen, als je voor iets duurders spaart. Maar uiteindelijk dien je zelf te regelen dat je kleding hebt, hoe je dat ook wil doen… (Want als een kind uit zichzelf besluit dat het bij de kringloop gaat winkelen, om het geld verder op te sparen voor een telefoon, dan weet ik niet of ik dat zo’n slecht idee vind… Als ze er maar heel bewust mee bezig zijn, en genoeg kleding hebben.)
Al vroeg mee laten denken
Om je kinderen (en jezelf) erop voor te bereiden dat ze op een zeker moment zelf verantwoordelijk zijn voor hun kleding, is het ook een goed idee om ze al vanaf een jaar of 10 mee te laten denken over de kosten. Dus eigenlijk een tijdje fictief kleedgeld. “Dit jaar koop ik voor € 500 in totaal kleding voor jou. Daarvoor moeten we genoeg zomerkleren en winterkleren kopen. Je mag deze broek van € 100 hebben, maar dan krijg je verder niets meer de komende twee maanden.” En het dan ook niet doen hè!
Wat moet een kind van kleedgeld kopen?
Als wij naar ons eigen kledingbudget kijken, is dat inclusief alle varianten van kleding: schoenen, jassen, sportkleding, ondergoed, sokken, et cetera. Als je je kinderen zal vragen wat ze onder kleding verstaan, zullen ze waarschijnlijk allerhande outfits benoemen, maar niet een van deze eerder genoemde categorieën.
Het is dan ook best wel lastig voor kinderen om daar direct rekening mee te houden. Zeker voor een winterjas moet vaak even gespaard worden, als ze die zelf moeten betalen. En zeker met dit soort noodzakelijke uitgaven, kan het wel eens mis gaan, als kinderen direct de hele verantwoordelijkheid zelf dragen.
In stappen laten wennen
Net als met alle vormen van verantwoordelijkheid is het hierbij dan ook verstandig om kinderen daar in stappen aan te laten wennen. Als ze voor het eerst kleedgeld krijgen, hoeven ze bijvoorbeeld alleen maar broeken, truien, t-shirts, etc. te kopen. Een jaar later komen sokken en ondergoed daar ook bij. En als dat goed gaat, kun je het budget verhogen en ze zelf schoenen en jassen laten kopen.
Als je kind echter altijd heel graag enorm dure schoenen wil hebben, zou je het ook om kunnen draaien: eerst een jaartje zelf een schoenenbudget. En als dat goed gaat, dan ook een budget voor overige kleding.
Hoeveel kleedgeld geef je?
Volgens het Nibud is de hoogte van het kleedgeld afhankelijk van het feit of je een jongen of meisje hebt. Nu dacht ik heel rolbevestigend dat meisjes meer geld nodig hebben. Maar dat blijkt niet zo te zijn, blijkbaar zijn jongens meer kwijt (€ 51,50 voor meisjes versus € 55,50 voor jongens van 12). Vreemd. Op zich is het verschil natuurlijk ook niet heel groot, maar toch.
Inclusief alles
Dit bedrag is in ieder geval inclusief winterjas, ondergoed, schoenen en sportkleding. Als je begint met alleen kleding zelf te laten kopen, dan kun je minder geven. Dat blijken de meeste ouders dan ook te doen. Volgens een Nibud zien de gemiddelden er als volgt uit:
Ik denk dat dit ook wel realistische bedragen zijn. Wij geven zelf overigens lang niet zoveel per maand aan kleding uit (maar goed, wij groeien dan ook niet meer, dat scheelt natuurlijk).
Net als met alle andere vormen van inkopen, is het prettig om nog wat “doorgroei”-mogelijkheden te hebben. Laag beginnen dus. Eerst maar eens € 30 per maand. En als dat goed gaat, kun je het na een jaar laten groeien naar € 35, et cetera.
Loslaten
Al met al is kleedgeld naar mijn idee van groot belang om een kind echt met geld om te leren gaan. Het is wel echt ook een kwestie van loslaten. Nu kan ik mijn dochter nog in outfits praten die ik het mooist dan wel het verstandigst vind. Dat wordt al steeds minder. Er komt een dag dat ze zelf volledig bepaalt wat ze aantrekt. En die komt een stuk sneller dan dat ik er aan toe ben vrees ik. Gelukkig heb ik ook een zoon, die het echt niets interesseert, dus heb ik daar nog wel een paar jaartjes extra een vinger in de pap. 🙂
Wat vind jij belangrijker? Kleedgeld of zakgeld? Kreeg je zelf vroeger kleedgeld? Welke regels vind jij belangrijk bij kleedgeld? Wat mag een kind ervan kopen? Ik ben heel benieuwd naar jullie reacties